Birth Date: 1 Jan 1953
Theodorus Cornelis (Theodor) Holman (Amsterdam, 9 januari 1953) is een Nederlandse schrijver, columnist, scenarioschrijver en radiopresentator. Hij werkte aan het begin van zijn carrière langere tijd als journalist bij Het Parool. Holman werd geboren als jongste zoon van een jurist in een Indisch milieu. Zijn vader was assistent-resident. Hij schreef in het verleden voor Propria Cures, de Volkskrant en Nieuwe Revu.
Vooral het sterk persoonlijke karakter van zijn columns valt op. Hij schreef in het verleden openhartig over bijvoorbeeld de relatie met zijn dochter en zijn moeder. Ook zijn problematische relatie tot vrouwen is een terugkerend onderwerp. Tevens schrijft hij graag over zijn poezen en andere dieren. In 1997 schreef Holman een boek tijdens de 24 uur die hij doorbracht in de etalage van de Amsterdamse vestiging van De Bijenkorf (Een winkelzoon in het glazen paleis). Behalve columns en boeken, schreef Holman filmscenario's Hoe ik mijn moeder vermoordde (1996), Interview (2003), Cool (2004) en Medea (2004) voor zijn vriend Theo van Gogh). Scenario Oorlogsrust (2006), regiedebuut Doesjka van Hoogdalem. Holman is tegenwoordig mede-eigenaar van Column Producties. Theodor Holman ontving op 22 juni 2000 de ICODO-prijs van Artsen zonder Grenzen. In datzelfde jaar was hij ook deelnemer aan het televisieprogramma Big Brother VIPS. Hij maakte televisieprogramma's voor de Amsterdamse omroep AT5, en werkte in de loop der jaren mee aan diverse radioprogramma's. Vanaf 12 januari 2004 presenteerde hij de KRO-talkshow Dolce Vita, aanvankelijk samen met Dieuwertje Blok en vervolgens met Hansje Bunschoten. Holman presenteert wekelijks op vrijdag voor de Humanistische Omroep het radioprogramma OBA live. In 2007 presenteerde hij wekelijks "Commissaris Holman" op TV zender Het Gesprek.
Daarnaast veroorzaakte hij controverse door zijn cynisme. Over de zinsnede "Nog steeds vind ik iedere christenhond een misdadiger" ontstond in de jaren negentig een relletje nadat zijn venijnige opmerkingen aan het adres van Carel Peeters hem in de jaren tachtig al een aanstelling bij Vrij Nederland hadden gekost. Holman werd door het Openbaar Ministerie vervolgd ter zake van godslastering, maar werd vrijgesproken omdat opzet tot beledigen niet bewezen werd geacht. Moord op Theo van Gogh[bewerken]
In het televisieprogramma Barend & Van Dorp beweerde Holman dat hij bij het opgebaarde lijk van Van Gogh had gevoeld dat diens been was geamputeerd. Dit zou volgens hem door de politie zijn gedaan omdat er nog kogels van de moordaanslag in zaten die onderzocht moesten worden. Enige dagen later bleek zijn verhaal niet waar te zijn en slechts bedoeld om de gemoederen in de Nederlandse gemeenschap nog wat meer te verhitten. Onder de dreiging van een juridische aanklacht wegens het 'aanzetten tot haat' (in de richting van de Nederlandse moslimgemeenschap, waaruit de dader van de aanslag voortkwam) trok Holman zijn opmerkingen in. Op 27 juni 2011 richtte hij in een column in de Volkskrant het woord tot filmproducent San Fu Maltha, die in een interview in Volkskrant Magazine gezegd had dat Pim Fortuyn en Theo van Gogh het aan zichzelf te wijten hadden gehad dat zij vermoord waren. Holman sloot af met de woorden: "Het is oorlog tussen ons!"
[WikipediA]