Bredero’s Geestigh Liedt-Boecxken verscheen voor het eerst zonder uitdrukkelijke toestemming of medewerking van de auteur. De ongeautoriseerde eerste druk verscheen waarschijnlijk in 1616 bij Govert Basson in Leiden. Van deze druk is geen exemplaar bewaard gebleven; ook van de tweede druk werd niets overgeleverd. In de voorrede bij de derde druk, die waarschijnlijk in 1618 werd uitgebracht, schreef Bredero zelf een stuk over de bewuste bundel, waarin hij aangeeft zelf niet eens een exemplaar van de eerste druk te hebben:
Ick hebbe dese mallicheytjes meer uyt lust als uyt laster verdicht, om in Banckettten, Gast-geboden, Waart-schappen en andere uytspanningen des Ghemoedts, my, en myne vrienden en vrindinnen wat te verlustigen (…) nochtans was ick noyt van sinne bekoort om dese grillighe grilletjes door den druck ghemeen te maken (…) by Govert Basson tot leyden eerstmael gedruckt, die deselvige in een heel seltsaeme en ongelooflijcke kortheyt van tyt versonden en verkocht heeft, en is in sulcker voegen begeert geweest, dat ick selver geen exemplaer en heb mogen behouwen (…)