De voormalige Citroëngarage, een pareltje van de Brusselse industriële architectuur uit de jaren 1930, werd op een resoluut experimentele manier omgevormd tot een platform dat openstaat voor reflectie over de uitdagingen van het museum van morgen. Uit de collecties van het Musée National d'Art Moderne-Centre Pompidou is een multidisciplinair programma bijeengebracht in de grote ruimten die nog maar recent hun functie verloren en in hun oorspronkelijke staat te bezichtigen zijn. Talrijke projecten beklemtonen de eigenheid van het gebouw, met zijn menselijke en sociale geschiedenis waarvan de sporen nog duidelijk zichtbaar zijn in de werkplaatsen en kantoren. In deze industriële omgeving krijgen de kunstwerken, bevrijd van de gewijde context van het museum, een nieuw leven. In deze "BRUT"-ruimte lijkt de grens tussen de kunst en het leven eventjes te vervagen en wordt een van de basismythen van de moderne kunst getoetst: kunst in het leven doen opgaan. 0Het boek dat uit deze museumervaring is ontstaan, biedt de lezer tal van artistieke ontdekkingen via een wandeling doorheen het hart van dit bijzondere gebouw. De esthetische kwaliteiten van de ruimte, die vooral voelbaar zijn op de eerste verdieping van de werkplaats, worden nog benadrukt door de aanwezigheid van grote werken, waaronder het Tropical House van Jean Prouvé, PAO II van Toyo Ito, of het Pavillon van Ross Lovegrove. De sociale geschiedenis van de garage komt aan bod in een reeks tentoonstellingen van foto's, films, design en beeldende kunst in de verschillende werkruimten - werkplaatsen, kantoren, keukens en kleedkamers - waar ze aan hun functies herinneren. De boeiende mix van beeldende kunst, design en architectuur, creaties van Brusselse kunstenaars en liveperformances in deze publicatie staat borg voor een unieke artistieke ervaring "buiten context".