Paysage au pluriel
Lut Pil
In 'Landscape in diversity. Belgium and the staging of the picturesque landscape in the nineteenth-century album and book ', picturesque art is once again mapped out in its full breadth. This is done on the basis of material never used before, collected in an unusually rich private collection of mainly lithographic albums and illustrated editions from the first half of the nineteenth century. The picturesque landscapes and sites depicted (and constructed) therein were experienced by the public as a world with great vibrancy. 'Picturesque' stood for interesting, expressive and curious, for original, charming and bizarre, for typical, folkloric and spicy. The picturesque reality had cachet and character, relief and local color. It originated in fantasy, which she in turn fueled. Her antonyms were no less clear: what was not 'picturesque' was colorless and tasteless, was banal. The picturesque landscape, as this book shows, could take many guises. The banks of the Maas were picturesque, as were the old Flemish cities. The picturesque view focused on waterfalls, caves and rocks, on ruins of abbeys and castles, but also - more surprisingly - on the factories and other industrial sites of young Belgium. It was a landscape that could be discovered on foot, in a solitary and adventurous journey, full of surprises. But it could just as well be explored by train, in a more comfortable way, or in the intimacy of the living room, where the inhospitable Semois, the ruins of the abbey church of Villers or the lighthouse and harbor of Ostend could be found in albums or travel reports, sometimes made by hand. admired. The landscape lithography of publications with titles such as Collection choisie de voyages pittoresques or Promenades sur le chemin de fer is at the heart of this book
In 'Landschap in veelvoud. België en de enscenering van het pittoreske landschap in het negentiende-eeuwse album en boek' wordt de pittoreske kunst opnieuw in haar volle breedte in kaart gebracht. Dat gebeurt op basis van nooit eerder gebruikt materiaal, verzameld in een ongemeen rijke private collectie van voornamelijk lithografische albums en geïllustreerde uitgaven uit de eerste helft van de negentiende eeuw. De pittoreske landschappen en sites die daarin werden afgebeeld (en geconstrueerd), werden door het publiek ervaren als een wereld met een grote levendigheid. 'Pittoresk' stond voor interessant, expressief en curieus, voor origineel, charmant en bizar, voor typisch, folkloristisch en pikant. De pittoreske werkelijkheid had cachet en karakter, reliëf en couleur locale. Zij vond haar oorsprong in de fantasie, die zij op haar beurt aanwakkerde. Haar antoniemen waren niet minder duidelijk: wat niet 'pittoresk' was, was kleur- en smaakloos, was banaal. Het pittoreske landschap, zo blijkt uit dit boek, kon vele gedaanten aannemen. De oevers van de Maas waren pittoresk, maar ook de oud-Vlaamse steden. De pittoreske blik richtte zich op watervallen, grotten en rotsen, op ruïnes van abdijen en kastelen, maar ook - meer verwonderlijk - op de fabrieken en andere industriële sites van het jonge België. Het was een landschap dat wandelend kon worden ontdekt, in een solitaire en avontuurlijke reis, vol verrassingen. Maar evengoed kon het per trein worden verkend, op meer comfortabele wijze, of in de intimiteit van de huiskamer, waar de onherbergzame Semois, de ruïnes van de abdijkerk van Villers of de vuurtoren en haven van Oostende in soms eigenhandig gemaakte albums of reisverslagen konden worden bewonderd. De landschapslithografie van publicaties met titels als Collection choisie de voyages pittoresques of Promenades sur le chemin de fer vormt de kern van dit boek